Klampt jezelf vast
aan alles wat je nog hebt,
je leven breekt,
maar jij houd het vast,
bij elkaar,
lijmt het met je tranen.
Niets bleef over voor jou,
niets van het oude
komt ooit terug.
Zuchtend kom je omhoog,
uit de kilte van de nacht,
er is geen hemel meer,
ik wacht op het gillen
het vloeken en slaan
van boven, waar jij bent heen gegaan.