Wanneer ik verstrengeld in je ogen,
-kille liefdesziel-
een vlinder ben, in de sneeuw bevroren.
Niet lang, een dag zwevend
door een ijskasteel.
De gladde wanden van je holle woorden
voelend, trillend tegen m'n witte vleugels.
Verdwijnend verdriet in grote snelheid.
Verblind naar mooie dingen reikend
sterf ik door zoveel schoonheid.