Zo kort geleden nog
stond ik aan de richel
klaar voor de duik
in een diepe afgrond.
Waren alle ramen open
en werden deuren ingetrapt
mijn hoofd was de draaimolen
de hitte teveel.
Voor de sprong
dacht ik aan de zon
waardoor het leven
en ik zelf terug deinsde.
Alle ramen zijn gesloten
en deuren zijn er niet
toch voel ik de wind
kan de kou mij raken.
Voor mijn ogen zie ik het water
zachtjes flikkert de maan
steeds van vorm veranderend
door de zachte deining van het water.
In de verte, springt een vis
de beweging van het water
wordt verstoord
maar het is muisstil.
Liefde komt terug
door een vlinder
fladderend over het water
recht In mijn hart.
In mijn hart
staan veel zonnetjes
die me gaan verwarmen
om één te worden.
27-01-‘02/23:06