De 's zomers koele
kabbelende beek,
is nu veranderd in een dreigende
kolkende, woeste waterweg.
Zij sleurt nu alles mee.
Heeft zelfs geen medelijden met een
verloren blaadje, door de storm
van zijn tak gesleurd.
De idylle is nu zoek.
De grauwe grijze wolken boven
het water verdrijven de lichtvoetige
gedachten.
Het speelse van de zomerwaarden
Verdwenen als zijnde nooit geweest.
De duivelse inpikkers van het zalige
vieren feest.
In de verte verdwijnt het blaadje
om de bocht.
Op weg naar een onbekende bestemming
in een tocht,
vol gevaren en belemmering.
Zo keer ik terug naar huis.
Somber op de terugweg, maar
blij, bij aankomst van mijn
rumoerige thuis.