tranen die me ogen verlaten,
tranen die ik blijf haten.
elke keer als ik denk dat je me leuk vind,
begin ik aan mezelf te twijfelen.
misschien ben ik wel een klein kind.
ik kan het leven niet meer aan.
na al dat vallen en opstaan.
ik word gek van de problemen die blijven komen.
het enigste goede in m'n leven zijn de dromen.
dat geeft veel verdriet in pijn.
het gevoel van een brandende pols is niet mis.
door te krappen tot het open is.
het gevoel dat je je gevoel kwijt bent.
het gevoel dat je woede even remt.
het enigste wat ik blijft voelen is me pols die brand.
en waar ik vaak mee strand.
het geheim houden kan ik wel,
ookal ga ik dan door een hel.
zolang ik de woede maar weg kan snijden.
is de brande pols die me gaat bevreiden.
kan ik maar snijden tot ik er niet meer ben.
kan me pols me niet beter verleiden.
luisterd hij nou maar naar geen enkele stem.
dat idee van de dood doet me ontiegelijk zeer.
want ik wil al heel lang niet meer. !!
(jij bent de reden dat ik er nog ben, kon je maar van me houden zoals ik van jou hou..)