Afscheid.
Geschreeuw in mijn hoofd en
het harde klanken van dichtgeslagen
deuren. Ik trek de deurklink eraf
gooi het achteloos in een vergeten hoek.
Ik haal mijn tranen uit de rivier
laat ze vallen over jouw voeten.'Kom
terug', fluister ik. Mijn woorden vallen
in eindeloze diepten, stuiteren op de bodem,
worden genadeloos teruggekaatst.
Donkere monotone stappen in de
verkeerde richting. Ik pak nog juist
het laatste stukje van je jas. Er vloeit wanhoop
eenzaamheid en angst over de vloer.
Een blik in mijn ziel doet me
ineenkrimpen. Mijn handen grijpen
huiverend het minuscule stukje stof
vast. Om het nooit meer los te laten.