Muizestrontjes
Is het mijn fout? Waarom niet. Waarom wel. Vragen zonder antwoorden en ja ik zie je graag. Laat de aarde nog enkele bomen groeien opdat zij de wereld redden zullen. Niet dat ze dat willen, maar wat moet, wil niemand doen. Dat is juist waarom het leven zo hard is voor zovelen. Dat is waarom mijn hart zo mat is en wervelende dagen klagen. En wat zit jij nu te staren naar de woorden die geen zin maken? Waarom hou je niet van mij? Waarom ben je nooit eens blij met alle geluk die je bezit. Weetje dat zovele mensen geen dag van nacht kunnen onderscheiden. Dat geluk is als geld. Dat je trouwt met geweld. Niemand is perfect toch moet iedereen dat zijn. Belachelijk. En je ogen zijn niet trouw. Je kijkt naar mij, denkt dat je leeft. Dat doe je niet. Je beeft. Het is gedaan waarom vertrouw je me niet? Is het omdat ik alles ben wat je ziet? Ik geloof niet dat je niet van me houd. Dat doe je wel. Jij denkt dat ik het niet weet. Maar het is gewoon een spel. Eentje dat ik toch niet vergeet. Je kent me niet. Je hoort mij, verschiet. Een traan dwarrelt naar benee. Hé, misschien vormt het wel een zee.
Vragen zonder antwoorden en ja ik zie je graag. Ik denk dat ik aan vakantie toe ben, wat denk je van Praag? Men eert je en men danst in het rond voor je, naast je, achter je. Als je geeuwt doen ze alles tot je komt. Maar dat wil jij niet. Oh ik vergat. Maar zelfs moeder heeft het met je gehad. Chocolade dwarelt neer in je mond. Je geeft nog niet op en kijkt naar de grond. Je ziet de hel en denkt rottekop. Je kijkt omhoog, gilt in een oor, spant een boog. De pijl gaat hoger en hoger. Je benen worden drogen en droger. Frietjes en mayonaise, ja je ruikt het wel. Maar misschien kan het je niets schelen. Je hoorde dat mensen horen te delen en lachte want niemand zal dat ook werkelijk doen. Oh mijn lieverd, je verdient een zoen. Je bent zo knap en zo heel. Zoals je denkt en een brood mengt met meel. Zoals ik zijn er zovelen. Maar misschien begrijp je me wel. Ik weet dat je van me houd. Alsof het je iets kon schelen. Gevoelens zijn zo moeilijk te verstaan. En je mag jezelf niet laten gaan.
Je bent een vriend. Een zielenkind. Een lamp gloeit en breekt het ijs. Enig idee wie je bent en geef bewijs. Verdomme. Mensen zijn lastig. En dieren zijn gek. De lucht is luchtig en water is nat. Moeder aarde wist dat ze iet vergat. Een mens die de kracht bezat om nee te zeggen. Zichzelf bij de feiten neer te leggen. Wat wil je nu? Waarom maakt het ook uit? Ik gil en fluit. Dankjewel. Hoera. Hoer. Slet. Stommerik. Bij de ballen van de Heer van de Hel. Een haas rent heen en weer door de tuin, door het veld. Ik wil gemeen zijn. Het doodneer slaan. Misschien ook een rondedansje dansen bij de maan. Ach. Weet je. Er zijn teveel vragen zonder antwoorden en ja ik zie je graag.