Kleine wezentjes in de lucht
Kleine diertjes op de grond
Al die wezens zijn berucht
Verhalen gaan van mond tot mond
Minuscuul en niet te zien
Toch hebben ze grote invloed
Overal zijn ze bovendien
En verliezen echt nooit de moed
Kleine stapjes overal
Ze lopen steeds maar door
Over bergen, door het dal
Maar ze ontglippen ons gehoor
Die kleine wezens in de lucht
Kijken neer op iedereen
En slaken dan een diepe zucht
Niemand is er ooit alleen
Al die wezentjes gaan weer weg
Verstoppen zich voor de mens
Wat hebben wij toch een pech
Morgen doen we weer een wens