En nooit meer loslaten.
Een hele week samen.
En nu weten we het nog zekerder.
Nooit meer alleen.
Het klonk als een aanzoek.
Maar niet om te trouwen.
Jij zat daar op je knieƫn.
En vroeg mij iets diep rakends.
Wil je altijd bij me blijven.
En toen gepraat over samen wonen.
Mijn leven leek een paradijs.
Nooit zo gelukkig geweest.
Tuurlijk met een diepe zucht.
Dat kwam er bij mij raar uit.
Daarna toch een volluit ja.
Het is nu zo mooi.
Ik hou je vast.
Vast en nooit meer los.
Nooit meer loslaten.