Vriendschap,
Bij ons in de kamer hangt een foto,
aan de wand.
Netjes ingelijst, goudgerand.
Op die foto staan twee jongens
zwart en wit.
De mensen noemen die zwarte een nikker,
maar die witte ja dat ben ikke.
Mijn ouders gingen op bezoek
bij een asielzoekerskamp,
daar maakten zij met toeval
kennis met dit joch,
en ze dachten leven op een kamp
is een grote ramp.
Daarom hebben zij hem een thuis geboden.
Terwijl zij dit eerst heel goed
met ons hadden overwogen.
In het begin hadden wij nogal
cultuur en taal problemen.
Maar na een poosje begon hij te wennen,
en had hij een heerlijk leven.
Hij probeerde ons veel liefde te geven.
Vier jaar lang waren wij grote
vrienden, huilen, lachen, en kattekwaad uit
halen, alles deden wij met ons beiden.
Op een dag kregen wij te horen,
dat zijn familie de status had gekregen.
Grote blijdschap voelden wij voor hem,
maar een diepe pijn in ons hart,
dit was met geen pen te beschrijven.
Wij moesten afscheid nemen van onze
lieve zwarte vriend, en hem aan
zijn familie terug geven, maar ieder jaar met kerst,
brengt hij met zijn zwarte snoet ons
altijd nog een vriendelijke groet.
Jantina Hiemstra