Met hun lange snavels,
zwarte gladde lijven
komen ze uit Scandinavië
aangevlogen,
bovenop de hoge elektriciteitstoren
staan ze naast elkaar te turen
naar het water,
gracieus vliegen ze door
de ijle lucht
vage vormen veranderen
vliegensvlug
verhalen van vroeger
verbinden ze met het heden.
In de duistere kou schuilen ze bij elkaar
hun vleugels in winterslaap,
vrijheidslievend doorkruizen ze de wereld,
overal voelen ze zich thuis en nergens
hebben ze een vaste plek.