luisteren.
Wat doen wij met die vele woorden
die als onafgebroken stroom
ons luis'rend oor naar binnen rollen.
Tot in de allerdiepste droom.
KUnnen, willen wij, selecteren.
Oppakken uit die bonte rij
van zoveel knerpende geluiden
dat wat belangrijk is en blij ?
Staan wij zo open voor die ander
die hangt aan een toch luist'rend oor
dat aandacht heeft voor de problemen
Of gaat ons eigen ik steeds voor ?
Als wij die diepte van het horen
vol gaan verstaan. De waarde zien
van haar bereik en hoogtepunten,
dan lukt het ons vandaag misschien ?
Dan horen wij de roep om aandacht.
Versmelten wij met hem die spreekt,
om te ontdekken dat slechts luist'ren
de waarde van genezing heeft.
God heeft het ons dubbel geschonken:
twee oren kunstig opgebouwd,
om de signalen op te vangen.
Zo ons de naaste toevertrouwt.
th