Ik ben er geweest,
in een perfecte wereld.
Ik heb alles gezien,
het was prachtig,
meer dan prachtig,
prachtig geweldig.
Iedereen hield,
op zijn of haar manier,
van de ander.
Iedereen was gelukkig.
Overal zag ik bloemen,
het leek of overal
zachte muziek werd gespeeld.
Toch zag ik ook tranen.
Een jongen,
eenzaam in een hoekje,
stil en alleen.
Hij bracht
een intens gevoel
van medelijden en liefde
in mijn hart.
Ik vroeg hem;
"Waarom huil je zo,
het is zo gelukkig hier,
het is zo mooi!"
Hij keek me aan,
zijn ogen leken
over te stromen
van tranen.
Hij sloeg zijn ogen neer,
en zei
met een zachte stem;
"Ik ben
in een perfecte wereld,
ik hoor gelukkig te zijn.
Nu ik hier ben,
kan ik niemand helpen,
en dat wil ik zo graag.
Iedereen is al blij,
alles is mooi,
alles is goed,
maar niet goed voor mij."
Ik nam hem mee
naar deze wereld.
Ik hield van hem,
met een innige liefde.
Ik hoop,
dat als je terug gaat,
naar de perfecte wereld,
ik met je mee mag.