Als een kind ben ik,
met al mijn vragen onaangetast en
onbezorgd en blij.
Als een vogel vlieg ik,
over al mijn dagen, verrast en
nieuw en vrij.
Door wolken zweef ik,
laat niets achter en
hoef nergens heen.
Grootse stilte beleef ik,
hoog van alles en
iedereen.
Mijn geluk in het luchtledige
mijn alles in de lucht, ontastbaar.
Maar als je woorden mij weer bereiken,
zal ik me nederstrijken, tot wie ik min.