De kloof tussen rijk en arm gaat gepaard
Met de opwarming al op onze aard
Een kloof die almaar verder open fleurt
Want men zegt toch dat er niets ergs gebeurt
De motor kreeg de krachtnaam van het paard
Maar is ze die naam eigenlijk wel waard
Een tuig die de ozonlaag openscheurt
En de hemel vol smerige rook kleurt
De arme mens neemt te voet zo geen vaart
Maar rijkdom dat brengt vervuiling in kaart
Daar waar men zich heeft gesminkt en gegeurd
Met dit waar een werkmens zich dood aan sleurt
Waar weelde is, daar zwaait men met het zwaard
Wijl armoede zwijgt al achter zijn baard
Zo zie ik deze boodschap reeds verscheurd
Door de media zwijgend afgekeurd