De Bloem
Volg me, zei hij zacht
De bloem was nog vastgeklampt in mijn hand
Beduusd, door de krachtige wind
die het bos achter ons in bedwang hield
en angstaanjagend mij betoverde met zijn zang
Nog steeds stond hij naast me, geduldig wachtend
in een zonnebloemenveld
dat warm gloeide in het zachte morgenlicht
Mijn ogen zochten de zijne op voor geborgenheid
en gerustgesteld liet ik de bloem los,
meevarend in de wind, en pakte zijn hand vast