Ik hing daar boven die afgrond
Alleen maar aan jouw hand
Vallen , nee dat wou ik niet
Trouw hield ik je vast
Soms keek ik naar beneden, de donkere diepte in
Ik hield me nog steviger aan je vast
Vertrouwend op jouw hand.
Ik was bang om te vallen
Bang voor de diepte, bang voor de pijn
Bang voor de rotsen die mij verscheuren zouden.
Maar na verloop van tijd
Begonnen je handen zeer te doen
Steken in je zij
Mijn gewicht werd jou te zwaar.
Ik begon me op te trekken
Aan jouw sterke arm
Zat was ik van al die angst
Veilig wou ik zijn.
Bijna was ik er
Toen jouw arm het begaf
Je hand liet los en ik schreeuwde nog
“ik hou van je” , en viel.
Nu lig ik hier
Al jaren lang
Te huilen van de pijn
Mijn ziel word één
Met de aarde hier
Om nooit meer een mens te zijn.
Hier lig ik dan
Al bijna weggevaagd
Mijn lichaam zie ik niet
Nooit vergeet ik jou gezicht
Toen ik naar beneden viel
Vol angst en pijn
Maar zonder enig verdriet.