Schoonheid en Lelijkheid ontmoetten elkaar op een dag aan zee. "Kom laten we gaan baden", zei de een tot de ander. Ze legden dus hun kleren af en zochten verfrissing in de golven. Maar na een poos keerde Lelijkheid terug naar het strand. Daar kleedde ze zich met het mooie gewaad van Schoonheid en wandelde weg. Een weinig later verliet ook Schoonheid de zee. En ze was zeer verbaasd haar kleren ware niet weer te vinden op de plaats waar ze ze had neergelegd. Omdat ze te schroomvallig was om naakt te lopen trok ze maar de kleren aan die Lelijkheid had achtergelaten. En zo ging ze op haar beurt verder.
Tot op de dag van heden verwarren de mensen de ene met de andere.