Vermoeid en belast liep ik daar
met de verkeerde schoenen, ik had het best wel zwaar!
Een bushalte gaf me eindelijk een beetje rust
tijd om adem te halen, toch wel ongerust.
Haast onzichtbaar zat daar ook een man
een sigaretje en een biertje, tsjah.. daar zit je dan…
‘Gaat er ook een bus naar Lelystad?’ begon hij het gesprek
Op m’n hoede schudde ik mijn hoofd en dacht angstig ‘ik vertrek!’
Maar iets hield me tegen, ik bleef staan
toen zag ik in zijn ogen, een geluidloze traan…
ik keek hem aan, en hij begon zijn verhaal
schokkend, verbaasd… dit is toch niet normaal?
Z’n vrouw was overleden, ze was zomaar gegaan
zo ging dat nou eenmaal… hij zou het allemaal alleen moeten doorstaan…
Het léék hem niet te raken, misschien kwam het door ’t biertje in zijn hand
ik voelde me nogal ongelukkig… in deze toestand..
ik ken deze man niet, wat moet ik ermee?
besluitloos knikte ik, ik had werkelijk geen idee…
Had graag een troostend woord gezegd
een helpende hand, heel oprecht.
Maar dat doe je natuurlijk niet zomaar,
dus ik knikte en hij keek me dankbaar aan…
’mijn naam is Nulles’ zei hij onverschillig en gevoelloos
'Ik ben toch niets, dat vind iedereen… ze zijn allemaal boos!'
Geschokt keek ik naar hem
en toen zei ik met trillende stem:
‘Nulles, het is geen oplossing, dat bier…
het helpt je de goot in! Het brengt geen plezier…’
Het leek hem niet te raken maar in zijn ogen zag ik het
een vlammetje? Hij nam nog een hijs van zijn sigaret…
Toen nam ik afscheid, mijn bus kwam eraan
‘Tot ziens Nulles’ ‘Fijn leven’ noemde hij… ik wou eigenlijk nog wel even blijven staan
maar eenmaal warm en geborgen in mijn huis
dacht ik terug aan Nulles, en was ik blij met m’n eigen thuis…
Ik had medelijden met hem, ik kan het niet goed uitleggen
Misschien had ik hem beter, wat anders kunnen zeggen
’Je bent niet niets Nulles, van mij krijg je een tien!
Je kunt wat van je leven maken! Je bent een prachtmens bovendien!’
(Dit gedicht schreef ik voor Nulles, een gebroken man die ik een paar weken geleden tegen kwam bij een bushalte.)