Geven en nemen,
ze zeggen het altijd.
Maar waarom geef ik niks,
en raak ik toch kwijt?
Ik geef je zoveel,
maar alleen in gedachten.
Dus ik weet dat ik niks
terug hoef te verwachten.
Waarom doet het
dan zo’n pijn
dat ik nooit
bij jou kan zijn?
Het kan niet, het mag niet
zeggen ze dan.
Maar zij kunnen toch niet weten
dat ik niet zonder je kan?