Wolf
onbegrip, angst, verdriet
ik kan er nog steeds niet bij
anderen zien het niet
wat is er van kwaad in mij?
wegkruipen, stil, alleen
ze haten mij stuk voor stuk
stilte kruipt rond me heen
geen hoop voor mij, geen geluk
open m'n ogen bang
een monster met bloed bevlekt
vangt het mijn blik, niet lang
tot angst mij het zicht onttrekt
anderen staan niet stil
ze fluisteren, iedereen
wind draagt hun woorden, kil
ik zoek ze, maar vang er geen
wat ook gebeurt, ik weet
dit dier is voor mij de dood
ook al ben ik gereed
ik zoek naar een lotgenoot
tanden, verbazend koud
als ijs zinken in mijn vlees
smaken van bloed en zout
bevestigen al mijn vrees
pijn is niet lang meer hier
het leven sluipt uit me weg
telkens weer wint het dier
het maakt niet uit wat ik zeg
niemand die helpt of rouwt
ze weten niet wat ik voel
al wie op mij vertrouwt
wordt zeker een volgend doel
Onbegrip, Angst, Verdriet
verboden door strenge wet
voel ze, maar toon het niet:
het enige dat je redt
toch voel ik armen, zacht
m'n zusje dat huilt om mij
bang kijk ik op en wacht
de volgende prooi, is zij
~ geschreven na een bezoek aan Auschwitz ~
de 'wir haben das nicht gewusst'-mentaliteit