De golven kolken over het strand
het zand strooit speels door mijn hand
Het strand zand is vlak
een dikke plak
Onder mijn voetten
wat mijn tenen voellen
Vele schelpen schaven mijn huid
de wind is scherp en koud
Nu nog de zon
boven zichtbaar aan de horizon
Iemand komt jangs
het is een hele vangst
Alle sterren schijnen al snel van verren
Nu nog een maan
en dan zal ik er voor gaan
Door weer wakker te worden
daarna niet meer alles te weten verwoorden
Waar ik die nacht over had gedroomd
en messchien wel op had gehoopt.