In duizendeneen leven... V
In haar ogen had ze nog steeds dat beeld,
Die haar niet los wilde laten,
Het niet erg veel gescheeld,
Of ze had haar leven nu al verlaten.
In haar dromen was ze iemand anders,
Iemand die ze in het echt niet was,
En als er toen wat mis ging,
Had ze het al veranderd,
Zelfs haar eigen klas.
Alles zat haar even tegen,
Ze kon het gewoon niet meer aan,
Was jaloers op de regen,
Als ze die op de stoep kapot zag slaan.
Met strekende armen,
Keek ze naar de zon,
En wenste vurig,
Dat haar leven weer op nieuw begon.