god (2) ,
terwijl wij ons soms druk maken
om jou een plek te geven in ons bestaan ,
of dat juist niet meer doen,
en zeggen dat we jou niet meer zo zien zitten ,
zit jezelf neer op onze drempel
en je vraagt ons om aandacht ,
om werk , een huis en brood ,
om mensen rechten
jij bent iedere man en vrouw ,
eenzaam en alleen
zonder eten en drinken
jij draagt de kiemen van solidariteit
of het nu gaat om alleenstaande , migranten , azielzoekers ;
zieken of andere in de marge van onze maatschapij
jij stelt elke uitsluiting , elke discriminatie in vraag
jij bent de toetssteen van het respect voor mensenrechten
niet alle mensen ineens ,
niet de hele derde of de hele vierde wereld
leg jij in onze nek
maar jij komt ons tegen van dag tot dag
als iemand die ons nodig heeft
die klopt op onze deur
om brood en beker
om recht van bestaan.
jij bent er meestal onverwacht ,
op altijd ongelegen tijden
en je hoopt dat wij onze deur niet sluiten ,
maar overvalt ons en hoopt dat wij gastvrij zullen zijn .
jij , roepende stilte , verre stem ,
als jij bestaat , besta dan in hen ,
in mensen in ons midden
besta in ons , jij die ons kent , jij die ons boeit ,
opdat wij verwezenlijken wat gij eens begonnen zijt