Mocht ik dan niet van je houden?
Ik kon het ook niet helpen.
Het was een biochemische reactie
op een ongeziene schoonheid
Het was jij die m'n bloed tot wijn verziekte
en ik die erdoor beneveld werd
En de schone burcht die langzaam afgebrokkeld wordt,
in sarcastische gedachten
in cynistische zinswijzen
houdt de neergang van een keizerin tegen,
want misschien is het maar een schild
en nu ja, ik kan je niets verwijten.
Zelfs al zou je m'n gezicht bespugen,
ik zou drinken of ik stierf van dorst,
ook al zullen woorden me vermoorden,
ik zal elk woord in liefde opnemen.
Nu beweer ik dat ik je kan vergeten,
ik lieg mezelf wat voor.
Willend vergeten is verliezen wat de ziel omhelst
en de mijne omhelst jou.
Maar ik moet vergeten
want jij, m'n liefste,
hebt m'n diepe ziel gekwetst
en jouw zwarte dood over m'n rijk verspreid
De keizer houdt haar val tegen.
Iets hierbinnen is kwaad op haar
en iets beneden zal 'r nooit vergeten.
Nee, nooit zal zij m'n hart ontglippen,
terwijl de boosheid alweer over is.