Hij was zo'n hele leuke vent
z'n moeder had hem wat verwend
maar evengoed betrokken bij
de kerk, de tuin, de stomerij
en wat er maar voorhanden was,
de kinderen bij hem in de klas
die altijd mochten komen spelen;
ze kwamen zelden.
Het vervelen hoorde bij zijn leven al
vanaf dat hij een blauwe kwal
voorzichtig aan een stokje reeg
als trildoorzichtig pizzadeeg.
Zijn humor was spreekwoordelijk
en zorgde dat de vrinden
die hij zakelijk beminde
en de man achter de bar
het prima konden vinden
met de welbespraakte nar.
Van achter ruim bemeten groen
in 't licht van maan en sterren
glimlachte het huis hem toe
als hij de deurknop naderde.
Dat intensief vergaderen
moest maar eens afgelopen zijn.
Zijn adem grauw van rook en wijn.
Hij voelde zich een grote vent
die door zijn moeder was verwend.
Roulant2006