Ik weet eigenlijk niet meer wat ik voel,
wat ik met mijn eigen woorden bedoel.
Het is allemaal zo onduidelijk, bijna een waas,
van mijn eigen gedachten ben ik niet eens de baas.
De hoofdpersoon, dat ben jij,
geen seconde laat je mij nog vrij.
Na zo'n lange tijd, hoe kan het zo zijn,
liefde van jou voor mij bleek alleen maar schijn.
Als ik het kon, zou ik je willen haten,
voor alle dingen die je hebt gedaan of juist hebt gelaten.
Rust en eenzaamheid heb ik aan je terug gegeven,
blijf jij dan ook niet aan mij kleven.