Je laat me dromen.
Verstopt mijn hart in een zieke gedachten.
Je laat krankzinnige fantasieen als een schaduw over mijn leven heen komen.
Je laat me op een leugen oneindig tot ik ben vergeten wachten.
Verscheurt mijn hart in stukken, alsof het is getekent met bloedrode verf op een wit schildersdoek.
Vol met leedvermaak kijk je toe, hoe ik langzaam sterf in alle donkere nachten.
Alsof je mijn leven, spannend en vol sensatie voorlees als een simpel sprookjesboek.
Je laat me dromen.
Wekt mijn verdwaalde traan,
Je laat de pijn en verdriet over mij heen komen.
En mijn naam heb je in het niets laten staan.
Je laat me dromen.
Verstopt mijn gevoel voor de hele werkelijkheid.
Alsof je mij vergeet als een herinnering dat al dwalend zijn weg zoekt in de gedachten.
Je breekt mijn ziel door me te laten verwarren in de tijd.
En je spuugt op mijn linkerwang, Om mijn pijn te proberen te verzachten.
Je laat me dromen.
Vergeet me in een zieke gedachten.
Maar nu ik naar de sterren kijkt wat vanuit de hemel mij doet verlichten....
weet ik dat ik tot er een valt,
Hier in dromenland zal moeten blijven wachten.
En eenmaal als ik mijn wens heb gedaan.
Zal ik weer van deze slaap ontwaken.
en zal mijn leven weer verder gaan.
Je had me in slaap laten raken.
Liet mij daardoor dromen.
Kapot probeerde jij mij te maken.
Je liet mij dromen.
Maar ik weet dat aan elke droom ooit toch een einde zal gaan komen.