Onder de sterren, in de nacht.
Bewandel ik het pad dat op me heeft gewacht.
ik wandel nooit heel alleen,
ik heb altijd iemand om me heen.
Onder de sterren, tussen de bomen.
Er zijn nog andere paden bij gekomen.
Ik zal een keuze moeten maken,
met de eerste weg zal ik er wel geraken.
Onder de sterren, onder de maan.
Ik heb nog steeds niet stilgestaan.
Ik ben nog steeds niet aan het einde gekomen,
maar wel bij mijn eigen soortgenoten.
Onder de sterren, tussen de andere.
Het pad is weer aan het veranderen.
Daar is het einde, ik kijk in de lucht,
en laat nog een laatste tevrede zucht.