De verloren strijd.
De tijd tikt zachtjes door,
Zacht klinkt de echo van gefluister,
Gevolgd door een onherkenbaar geschreeuw
Het lijkt eindeloos te duren,
Tijd verliest zijn rol.
Hij, heeft haar in zijn macht
Ze is machteloos.
‘Hou op, laat me gaan’
‘maar dit is toch waar je naar verlangde,
of heb je soms spijt?
De tijd vecht terug,
en alles word verledentijd.
Ze verliest, geeft zich over
Aan ‘hem’, de dood.
Het spel is afgelopen.
Het doek valt dicht,
Gevolgd door een eindeloos applaus.
Onwetend dat het levensecht was.