De stilte klinkt luid door de bomen.
De kleurloze wind raast tussen de bladeren.
Stilletjes op het mos gelegen.
Een klein hoopje leven.
De barre winter kou streeld haar wangen.
Denkend aan de warmte van een hand.
Sluiten hier haar hogen.
Stilletjes naar boven gevlogen.
De warmte tegemoet