Verdwalen...,
In de stille momenten.
Uitkomen...,
In het vuur dat brand voor al mijn pijn.
Niemand zal mij nog hieruit kunnen halen.
Gevangen,
Daarop door mij een acceptatie.
En nu zal ik er tot mijn laatste rest van adem moeten zijn.
Al kruipend op mijn knieën,
leef ik het leven,
op mijn gezicht draag ik een lach.
Een lach wat ik tot jullie probeer te geven.
Maar daarin tegen voelt het zo gelogen
en druk ik het van binnen uit als een leugen,
ofwel als een schijn.
Want…
Ik pakte zijn hand,
zwom met het duister mee,
waarna ik in de donkerste golven ben weggedreven...
Nu ben ik verdronken in mijn eigen gehuilde dodenzee..
Ik ben vergaan,
evenals onzichtbaar..,
probeer mij niet meer te zoeken..,
want aan het stille moment heb ik me zelf weggegeven.
Mijn geest..,
Waar is mijn hart...?
Ik ben mijn ziel kwijt...
Er is voor mij…….,
allang geen toekomst meer,
Enkel nog maar het verleden,
wat mij in de eenzaamheid
met golven van vuur vastnagelt tot de dood.