Lopend bij dit stille water,
staar ik naar de avondlucht.
Wanneer jij mijn gedachten binnen schiet,
slaakt mijn hart een diepe zucht.
Waarom kwam jij in mijn leven?
Waarom moest jij zo snel weer gaan?
Was het om de liefde te ontdekken,
en om nu alleen bij dit water te staan?
Of had die ontmoeting een diepere zin,
waarvan de betekenis mij totaal ontgaat?
Was je gezonden om mijn leven te redden?
Geef me antwoord! want ik weet me geen raad.
Ik weet niet meer wat ik moet doen met mijn gevoelens,
Maar ik weet, ik voelde ze het eerst bij jou.
Is het daarom misschien dat ik bang ben om verder te gaan,
omdat ik gewoon nog teveel van je hou?
Dat gevoel is een blokkade op mijn weg,
Het voorkomt passagiers, en geeft mij een eenzaam leven.
Maar omdat ik oprecht nog zoveel van je hou,
durf ik dat gevoel niet op te geven.
Ik heb vele kuzes al eens gemaakt, van groot tot klein.
Maar geen was moeilijker dan die waar ik nu voor sta.
Verleden of toekomst, eenzaamheid of gezeldschap,
Ik krijg het moeilijk welke kant ik ook opga.
Maar die keuze wil ik nu eindelijk maken,
ongeacht hoe hard en diep de gevolgen mij kunnen raken.
Loop ik straks langs die blokkade en laat ik hem staan,
Zodat ik weet dat ik gelukkig, maar alleen verder zal gaan?
Loop ik straks langs die blokkade met stile snelle schreden,
In gedachten verzonken, denkend aan ons verleden.
Loop ik straks langs die blokkade en maak ik voort,
Omdat ik jou weer wil kussen, kussen bij de hemelpoort.
SLoop ik straks die blokkade en maak ik de toegangswegen vrij,
Kijkend naar de mensen die op mijn weg willen lopen, aan mijn zij.
SLoop ik straks die blokkade en loop ik verder met opgeheven hoofd,
Starend in de verte, naar wat de toekomst mij belooft
SLoop ik straks die blokkade en keer ik mijn aangezien naar het licht.
Zal ik dan besluiten "mijn verleden blijft voor mijn passagiers uit het zicht".
Welke keuze ik zal maken,
weet dat ik altijd van je hou
maar ik wil een vrij leven leiden,
Ironisch genoeg, een leven gered door jou.
----->>>>> --- <<<<<-----
Oprecht uit mijn hart draag ik dit gedicht op aan
Marielle V.