Ik denk aan je lieve lach, van oor tot oor;
Ik zie je staan in de wildernis, roos in de woestijn.
Ik voel je hand door mijn haren woelen, van achter naar voor;
Ik mis je, ach wat doet dat pijn.
Ik denk aan onze leuke gesprekken;
Ik zie je staan, klaar voor een feestje, van top tot teen piekfijn.
Ik herinner me het dollen en het gekken;
Ik mis je, ach wat dat pijn.
Ik denk aan de spontaniteit tussen jou en mij;
Ik zie je staan op veel van mijn foto's, hoe mooi kan iemand zijn?
Ik ben niemand zonder jou, ben niet meer zo vrolijk en blij;
Ik mis je, ach wat doet dat pijn.
Ik houd van je met heel mijn hart, zoals niemand dat kan voelen;
Ik huil inwendig nog elke dag, maar het moet helaas zo zijn.
De toekomst zal ook met deze gebeurtenis iets bedoelen;
Ik mis je verschrikkelijk...ik vecht ertegen...maar acht wat doet dat pijn.