In lang vervlogen dagen,
Koester ik mijzelf soms even,
Ik weet jij hoort niet meer bij mij,
En ik moet door met leven.
Maar de liefde is niet weg,
Zit nog veel te diep van binnen,
En er is te veel gebeurd,
Op opnieuw weer te beginnen.
Maar soms in dagen van eenzaamheid,
Echoën gedachten in mijn hoofd,
Denk ik stiekem heel oneerlijk,
Je had het toch aan mij beloofd,
Je werd niet verliefd, dat zei je zelf,
En ik heb jou geloofd.