De korenbloem
Ze noemen mij de korenbloem.
Weten jullie, waarom ik zo noem?
Neen, ik vertel het even,
het is mijn…. speciale leven.
Eeuwen geleden liet ik mij inpalmen,
door de grote statige halmen.
Ik leunde tegen mijn vrienden,
die ook als steun dienden.
Zij waren het koren,
waar ik bij wilde horen.
Helaas, ik was blauw en zij geel.
‘k Had ook een zwakke steel.
Maar ik bloeide, zonder moeite.
Waaide mee op de tonen van de wind,
werd ook door de zon bemind.
Ik deed alles voor het oog,
mijn kop hing zelfs in een boog,
om mijn kruin te tonen,
maar niemand kon mij klonen.
Ik werd geëerd en beloond,
aan iedereen getoond.
Ik was de eeuwige kleurendraad,
Zo ontstond onze korenbloemstraat.
Filip Dendauw