bloedende polsen
rood doorweekt.
diepe lijnen
over mijn armen.
de gevoelens worden verzacht
zodra het mes weer in mij is.
pijn voel ik niet meer.
alleen maar verlossing.
maar zodra,
de snee
niet meer bloedt.
kom ik weer terug.
in mijn oude ik.
somber,
depressief.
en alles zwart.
dus komt het mes weer tevoorschijn.
en bloei ik weer even op.
alles wit.
met donkerrodend bloed.
die opwelt uit kleine sneetjes.
verdeeld over mijn lijf.
maar elke keer
moeten ze dieper.
om de verlossing te kunnen voelen.
erger, groter, roder.
tot dat,
het op een moment,
te erg wordt
te diep gaat.
en dan is het te laat.
dus proberen.
het randje niet te overschreiden.
maar de verlossing wel te voelen.
en dat,
dat is haast onmogelijk