Ik wil niet vechten,
maar ik zal wel moeten,
ik word bedreigd,
en belaagd.
Ik vlucht,
want ik haat geweld,
maar als het om veiligheid gaat,
kan ik uitbarsten.
Jagend op mij,
mij willen slaan,
heb ik er genoeg van,
ik vlucht niet meer.
Ik sta klaar,
klaar om te vechten,
hij valt aan,
en ik sla terug.
Een hevig gevecht,
maar de overwinnaar staat daar,
mijn wonden zijn zo echt,
het gevecht is klaar.
De overwinnaar is de sterkste,
en loopt stoer weg,
de grootste held die ooit heeft bestaan,
ben ik.