je spuugde brandende leugens als vuur,
ijskoud in mijn gezicht.
ik schonk je mijn ziel,
waardoor je mijn bloed uit een kelk had gedronken,
Je veranderde mij tot het duister en moest schuilen in het licht.
Met het laatste beetje overig van mijn naam was je doelloos gaan pronken.
Je had het helse vuur in mij gesticht.
Je zag de pijn in mij branden.
je zag mij lijden.
Smekent gevallen op mijn knieen en met biddende handen,
Maar het kon je niet deren en probeerde mij daarom toch te vermijden.
Ik verdoem mijn eigen bestaan,
omdat ik zoveel liefde toen in jou had kunnen los maken. Ik waardeer elke verloren traan,
wat mij met pijn heeft kunnen raken.
Met stil verdriet zal ik nu voor altijd verder moeten gaan.
Mijn tranen zijn wel gedroogd, maar in mijn hart nog lang niet vergaan.
Want jij bent eigelijk niets,
maar voor mij toch alles wat ik wou.
Ooit komt er een dag dat je mijn liefde en pijn met een vol begrip zal lezen.
Jij bent de jongen waarvan ik hou...
Nu en altijd...
Mischien ben ik niet dat gene wat je echt wou.
En mischien ben je nu echt in werkelijk bevrijd.
Ik heb mijn eigen aan de verloren traan weggeven, want je was mijn leven,
maar ik ben je nu kwijt