je haren in de war,
alsof niets je kan raken.
een ontzichtbare koepel beschermt je,
ik koester de koepel.
als hij zou breken,
zullen scherven je pijn doen,
waarvoor hij je heeft proberen beschermen.
je maakt je klein,
alsof de koepel steeds kleiner wordt.
je beseft het niet maar je groeit,
en binnekort wordt je te groot voor je omhulsel
grote onbekende gedaantes zullen je verzorgen.
de sneeën van het onbekende hechten.
de koepel die ik heb opgebouwd is verdwenen.