gevochten door de hemelen,
verworpen in hoogtelozen diepten,
gaat ze door,
met aanhang van gruwelijke kreten,
zonder gevulde stemmen,
worden de karkassen uit elkaar gereten,
de pijnloze gedachte,
vervuld met sombere grimmigheid,
omringd door scheurende krachten,
word de raaf op strijd voorbereid,
de duisternis valt om haar heen,
in het gefluister van de avondzon,
zal bloed stollen in merg en been,
in paniek opgevangen,
zal ze sterven in onbevredigd verlangen…