Het meisje zet een paar stappen op dit pad,
maar dan kan ze al niet meer verder.
Er staat een grote gedaante voor haar neus.
Het is licht en duister te gelijk...
Ze weet niet wat het is, een mens of een iets?
Ze zet het op een lopen, een lopen dwars door de gedaante heen.
Ze wil gaan schrijven, alleen is ze haar pen verloren.
Ze wil de vlinder roepen, maar die is zo ver weg van haar.
De vlinder, haar hoop is nu onbereikbaar.
Niet verdwenen maar gewoon ver weg...
Gewoon ergens anders, ze heeft dat geaccepteerd.
Maar toch zal dat heel anders zijn...
Ze schrijft de vlinder daarom maar en heel klein briefje.
Niet meer dan 160 tekens, en dat wel zoveel keer...
Ze schrikt van een gedaante terwijl ze aan het schrijven is.
Maar als ze knippert met haar ogen is het al weer verdwenen.
Ze voelt zich opeens weer heel alleen,
hier wil ze niet meer blijven.
Ze vind het hier maar eng met al die vreemde gedaantes.
En ze loopt weer terug...
Iets zorgt ervoor dat ze niet verder kan,
het is de gedaante, ze begint te schreeuwen dan gaat hij weg.
Ze rent hijgend naar het volgende pad, haar vluchtweg.
Het pad ziet er aanlokkelijk uit...
Richting pad 12