Elke keer probeert ze zich een andere
te maken, het is iets dat zich doet
in haar binnenste; de buitenkant
niet heeft gezien (nooit gemogen).
Het vouwt zich open, lacht, sluit
ten slotte - dit is niet wat ze wil
(ze zoekt een mooie met die ogen).
Het wacht haar; ergens ligt het in
maar zo ongezien groeit er hier
tegelijkertijd ook wel een lijf.