Het zei me niets
wachten op een toekomst
die nooit komt
en al die tijd woelen
in een koud bed
het zei me niets
zijn zoals de rest
verlegen en vergeten
een wit attest
van het overleven
het zei me niets
wachten op het eind
ik haalde het einde
aan, het stootte me af
't was niet voor mij
het sprak me aan
vallen uit het nest
staren in een ravijn
verdergaan, zonder
een grijn van spijt
het schreeuwde me toe
alleen in eigenheid
een eerlijke angst
die niet vermijdt
de geschiedenis schrijft
*