Pijnlijke stiltes vallen samen
Samen in de stille dood
Tastend in het duister roept men namen
Ieders ogen, ze zijn rood
Enkel niet die van mij
Ik lig daar in die kist
Eindelijk ben ik vrij
Ze hadden zich in mij vergist
De grote ogen zeggen gedag
Ik zie alles gaan
Zit daar boven te kijken met een lach
Naar hen die beneden staan
Ze zijn zó schijnheilig
Allen haten mij
Maar hier boven ben ik veilig
Met de sneden in m’n zij
De punten van de messen waren scherp en hard
Maar voor mij telde enkel die hete smacht
Prachtig om dat zo te zien stromen
Ik deed het zó nog een keer
Mijn ziel zit nu opgesloten tussen dromen
Vluchten kan niet meer