Een jongen zo klein, liep door het park
Hij hield in zijn hand, een bakje kwark
Een man achter zijn, hij hoorde het niet
Tot hij een hand voor zijn ogen ziet
De hand kwam dichterbij, de jongen werd bang
Opeens hoorde hij een akelig gezang
Het was de man, die dat deed
En het was de jongen, die er aan leed
De man greep de jongen en tilde hem op
Hij werd meegenomen en riep: stop!
Bij de ouders kwam de politie aan
Die de ouders versteld lieten staan
Ontvoerd was hij, dat was zonde
Maar door de politie weer terug gevonden
Hij leefde nog, wat een geluk
Alleen was zijn bakje kwark wel stuk
-----------------------------------------------------------
Dit gedicht heb ik op school verzonnen, een hele tijd terug, en omdat ik geen inspiratie kon vonden heb ik deze er maar opgezet.