Een eeuwig oude donderspreuk
Heksenkring in het gras
Zei mijn moeder eens doodleuk
Dat zij ook een heks was.
Zij stond daar dan zo ’s nachts te zingen
Over adders, uilen en gespook
En wat ze daarna steevast vingen…
Ik weet nu naar wat ze toen ze rook.
Ze maakte brouwsels, drank en trog
Daarvoor moest ze gaan
Niet één heks, veel meer toch.
Allen in de volle maan.
Ze verdwenen dan, diep in de nacht
Elk jaar is er zo’n drama
Eén keer in ’t jaar hadden ze macht
Maar voor de rest was ze mijn mama.