Ze opent haar ogen,
de blik gericht naar boven.
Geen knipper, geen geluid,
haar aandacht blijft vooruit.
De zon streelt haar gezicht,
het lijkt een prettig zicht,
haar tranen, een gedicht,
vormen nu haar plicht.
Ze schrijft gevoelens neer,
steeds weer, keer op keer,
meestal zijn ze droevig,
soms wel eens fijn,
maar ze weet,
dat die heel zeldzaam zijn