Wat moet je vaak eenzaam zijn geweest
het huis was leeg,je had alleen de buren.
Soms stond je urenlang naar het raam te turen.
En als wij kwamen was het altijd feest,
wat moet je vaak verdrietig zijn geweest.
Als wij een lange tijd niet konden komen
je klaagde niet,je had een sterke geest.
Wij wisten niet ,we hadden het niet gemerkt hoe vaak je ook pijn had.
Hoe je ongeweten door ons,die pijnen dapper hebt verbeten.
Totdat je niet meer kon,kracht is beperkt.
Toen heeft de heer zich over jou ontfermd.
Hij wilde niet een eenzaam einde van dit leven,maar bracht je bij ons,zodat wij konden geven,die liefde die je tot het einde heeft beschermd.