Het gaat veel te snel,
de tijd tikt gewoon door alsof hij zich niet stoort.
Ik bid vaak dat je langer blijft
en hoop dan maar dat iemand het hoort.
Het gaat veel te snel,
bedacht ik me opeens met een schok.
Aan jouw gezicht is het te lezen,
maar toch wil je blijven vechten.
Wil je nog even door.
Je dochter vecht dus jij ook.
Het gaat gewoon te snel,
zo lijken 3 maanden niks meer.
Alleen een benoeming van tijd.
Die pijnlijk snel,
voorbij slijt.
Ik blijf bij je opa,
ik vecht mee tot het bittere eind.
Tot de klok ophoud met tikken
en jij langzaam verdwijnt.
dit gedicht draag ik op aan mijn opa die wil blijven vechten voor de kanker in hem maar men heeft hem [te] weinig tijd gegeven